Zilte perikelen



De digitale kroegentocht



Als ondernemer niet bezig zijn met sociale media? Ik word vaak aanzien voor een soort vreemde romanticus wanneer ik beken dat ik eigenlijk nooit bezig ben met contentplannen en conversiestrategieën. Meestal voel ik me dan bijna verplicht om er een ‘maar als ik het ooit nodig heb, zal ik het wel doen’ achteraan te gooien. Hoewel dat bij voorbaat gelogen is. Klanten werven zonder sociale media is blijkbaar vergelijkbaar met Belgen lokken naar een café zonder bier. Daarom stel ik me de vraag: als de bekendste social media apps cafés zouden zijn, welk soort etablissement zouden ze dan zijn? En wie zou daar tot het vaste cliënteel behoren?


De bruine kroeg

Ik moet eerlijk bekennen dat ik kan genieten van een écht bruin café. Met een geur van oude gordijnen, habitués op hun vaste plek aan de toog en een toevallige passant die tevergeefs vraagt naar een menukaart. Waar het totaal niet uitmaakt wie je bent, wat je doet en nog minder hoe je erbij loopt. Zo’n café waar je volledig opgaat in het decor. Tot plots een van de tooghangers en passant ongevraagd op je tafel komt leunen terwijl hij een vurig betoog afsteekt over bruin mannen. Wat ik daarvan vind? Euh, niet veel. Welkom op Facebook! Ik geef grif toe dat ik er zelf nog regelmatig rond scrol tussen de fietsreclames (ik overweeg een elektrische fiets, dus alles is momenteel nogal bike-themed). Maar jeetje, wat zijn mensen gemeen tegen elkaar. Of het nu gaat over de wenkbrauwen van Lize Feryn, of een motorijder die schielijk overleed na een smartelijke crash, de meningen moeten uitgebraakt worden. En die zijn misnoegd. Altijd.

 

De hippe bar

Vage kennissen of (potentiële) klanten ontmoet ik meestal in een hippe bar. Tja, een eerste indruk hou je best vrij neutraal en hier vermijd je sowieso bovengenoemde confrontaties. Integendeel, je mag al blij zijn als je überhaupt via de QR-code iets kunt bemachtigen uit het aanbod natuurwijnen en vegan sharing plates. Minimalistisch ingericht, veel hangplanten, droogbloemen, beige en een streepje goud. Welkom op Instagram. Een bezoek vergt al wat meer voorbereiding: denk na over je outfit. Want je valt liefst niet uit de aardetinten toon. Het vaste cliënteel bestaat uit influencers die, na een rondje selfies met locatietags, klagen over hun te koude latte macchiato. Met havermelk uiteraard. Lactose-intolerant, weet je wel?

 

Het poep-chique restaurant

Ik ga al eens graag eten in een deftig restaurant. Maar mijn innerlijke imposter zorgt er vaak voor dat ik, na de ietwat stijve doch attente ontvangst, lichtjes ongemakkelijk op mijn stoel zit te schuifelen. Ligt het aan mij of ziet iedereen er zo casual rijk uit? Staat het op mijn gezicht af te lezen dat ik op het punt sta een financiële aderlating binnen te schoffelen? Hetzelfde ongemakkelijke gevoel overvalt me ook een beetje op LinkedIn. Ik raak geïntimideerd door complexe Engelse functietitels, die als Lamborghini’s geparkeerd staan onder de profielfoto’s van zelfzeker in de camera kijkende carrièretijgers. Al die geweldige ondernemersverhalen, de schouderklopjes, de ‘erkenning’, het voelt voor mij een beetje gekunsteld. Misschien is het een gebrek aan ambitie, ofwel is het gewoon niet mijn wereld. Ik netwerk liever tussen pot en pint. Zo weet je meteen of het vlees in je kuip van eerlijke oorsprong is.

 

De minidisco

Ondanks het feit dat ik keer op keer nooit meer! zeg, betrap ik me af en toe toch nog op het boeken van een all-in vakantie. Gemakzucht, weet je wel. Niet nadenken waar te moeten gaan dineren, en ’s avonds na die laatste cocktail letterlijk je bed inkruipen. Een margarita op het terras, terwijl de kleintjes (niet de mijne) zich, samen met overenthousiaste animatoren, amuseren in minidisco TikTok. Kan ik oordelen over een medium als ik er zelf nog nooit mee bezig ben geweest? Uiteraard. Ik hou niet van synchroon dansende mensen op slechte muziek, en al zeker niet op het scherm van mijn smartphone. En als we het dan toch over geluid hebben, wat is dat met die reels in de Instabar? Ik schrik me rot als ik stories aan het begluren ben en er plots iemand luidop, in close-up tegen me begint te zeuren.

 

Mijn moraal van het verhaal:

Misschien komt het doordat ik niet meer zó jong en hip ben, maar ik zet me liever rustig aan de toog met mijn streekbiertje om het spektakel vanop afstand gade te slaan. Leven en laten leven. Iedereen mag zich wat mij betreft volledig digitaal uitleven. Wees wie je wil zijn en laat zien wat je wil laten zien. Maar wees lief. Voor anderen, maar zeker voor jezelf. Niemand is perfect, ongeacht belichting of functietitel. Zorg ervoor dat je nog weet wie je écht bent.

 

Ah ja, en laat de idee los dat aanwezig zijn op sociale media een noodzaak is.

DAT IS NIET ZO.

 

Soit, wie gaat er nog eens mee een pint drinken? De eerste is van mij.